Het was niet Harold Goddijn die aan de wieg stond van het succes van Tomtom,
maar zijn vrouw Corinne Vigreux. Goddijn zei pas in 2001 zijn baan bij Psion
op om zich fulltime bezig te houden met het bedrijf. Op dat moment had
Tomtom al veertig medewerkers en een omzet van bijna 200 miljoen euro.
"Harold heeft het bedrijf toen echt groot gemaakt. Ik had het bedrijf tot
een bepaald punt gebracht, maar Harold heeft er een onderneming van gemaakt
met een omzet van 1,8 miljard euro en drieduizend medewerkers",
vertelde Vigreux donderdag 17 september op het seminar Vrouwen en
ondernemerschap, dat werd gehouden ter gelegenheid van de presentatie van
het boek ‘Ondernemend naar de top’ van Christel
Witteveen.
"Om die groei te bewerkstelligen heeft Harold veel risico’s genomen. Hij
heeft een paar keer alles op het spel gezet door al het geld dat we hadden
in te zetten, overal zat een hypotheek op. Ik had dat soort risico’s nooit
genomen", aldus Vigreux.
Geen leasebakken
"Vrouwelijke ondernemers nemen minder risico’s dan mannen",
zegt Robert Blom, onderzoeker bij kredietbeoordelaar Graydon. "Ze
hebben gemiddeld een lagere schuldenlast, nemen minder personeel aan en
nemen bijvoorbeeld ook geen dure leasebakken."
Dit leidt ertoe dat vrouwen ook veel minder snel failliet gaan. Drie
op de tien ondernemers is vrouw, maar van alle bedrijven die failliet
gaan, is slechts 15 procent eigendom van een vrouw.
Maar die voorzichtigheid heeft een schaduwkant. Door geen grote risico's te
nemen, pakken vrouwelijke ondernemers kennelijk niet alle groeimogelijkheden
aan.
Middelgroot
Het boek 'Ondernemend naar de top' van schrijfster Witteveen lijkt die
stelling te bevestigen. De personen die ze in haar boek aan het woord laat,
vertegenwoordigen de absolute top van de Nederlandse vrouwelijke
ondernemers. Toch heeft geen van hun bedrijven een omzet van meer dan tien
miljoen euro. Het zijn middelgrote ondernemingen.
De reden die Witteveen aandraagt voor het ontbreken van vrouwelijke
ondernemers onder de grote bedrijven, is dat vrouwen zelf niet echt de
behoefte voelen om een heel groot bedrijf te hebben: "Ze denken, ik doe
nuttig werk. Het loopt goed, dat is wel genoeg. Ze hoeven niet per se een
omzet van een paar miljard. Generaliserend kun je zeggen dat vrouwen de
manier waarop ze groeien belangrijker vinden dan het maken van steeds meer
winst."
Glazen plafond
En zoals bekend ontbreekt het in Nederland niet alleen aan vrouwelijke
ondernemers met een echt groot bedrijf, maar zijn ook de vrouwelijke
topmanagers op één hand te tellen. Met de aanstelling van Carla
Smits als CFO van KPN is het aantal vrouwen in raden van bestuur van
AEX-genoteerde bedrijven verdubbeld...
Steeds weer wordt gezocht naar de vraag waarom vrouwen die ver komen in een
bedrijf, ergens op weg naar de top afhaken. Ligt het aan een macho
bedrijfscultuur, aan vooroordelen omdat ze met zwangerschapsverlof willen,
het feit dat mannen liever een andere man aannemen of het feit dat vrouwen
zichzelf niet voldoende in de picture spelen en daardoor niet in aanmerking
komen voor promoties?
Doorstroom vrouwen
Met charters als Talent
naar de top en zelfs initiatieven om het aantal vrouwen op
bestuursniveau wettelijk
vast te leggen, wordt geprobeerd bedrijven zover te krijgen om de
doorstroom van vrouwen te bevorderen. Tot nu toe met op zijn best wisselend
resultaat.
De vrouwelijke ondernemer kan zelf beslissen over promotie, carrière en
werktijden. Toch ontstijgt ook zij het middenniveau niet. Daarmee komt
onvermijdelijk de vervelende vraag bovendrijven: zou het dan toch aan de
vrouwen zelf liggen?
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl